De term hypotheek (letterlijk: onderpand) of hypothecaire lening (België) wordt gebruikt in twee verschillende betekenissen. Deze hangen samen, maar moeten gescheiden worden. Een hypotheek is in de eerste plaats 'het eerste recht van verkoop'; een zakelijk recht of voorrecht dat op een goed of zaak, meestal een onroerend goed of een schip rust. Dit eigendom wordt in onderpand gegeven of genomen voor een schuld, veelal de geldlening om het onderpand te kopen. Bij een notaris wordt dit zakelijk recht beschreven in een hypotheekakte. Daarnaast wordt deze lening zelf (officieel hypothecaire lening, hypothecair krediet of lening met hypothecaire zekerheid geheten en meestal verstrekt door een bank) in het gewone spraakgebruik vaak ook hypotheek genoemd. De geldgever wordt aangeduid als hypotheeknemer (hij verkrijgt het eerste recht van verkoop) of hypotheekhouder. De geldnemer heet hypotheekgever.